Hoe doe je dat eigenlijk je grenzen aangeven? Waarom is dit best ingewikkeld?

In sessies hoor ik vaak: “ik wil op een goede manier mijn grenzen aangeven” of “ik geef ze niet aan en als ik ze aangeef doe ik dit lomp en hard”.

Je grens aangeven begint met jouw eigen ruimte innemen en goed voor jouw ruimte zorgen. Dit is niet zo makkelijk als je gewend bent je voelsprieten vooral naar buiten te richten en je eigen ruimte wat te vergeten of misschien niet te kennen. Je eigen ruimte gaat over je behoeften en over wanneer je je veilig of onveilig voelt. Soms zijn we ons helemaal niet bewust van onze eigen behoeften en gevoelens van veiligheid of onveiligheid. Vaak zijn we zo gewend om daar gewoon maar overheen te stappen en er allerlei gedachten bij te hebben waarom het goed is zoals we het doen. En dan loopt de emmer langzaam vol en komen grenzen er inderdaad lomp en hard uit.

De ander teleurstellen
Gedachten kunnen jouw behoeftes behoorlijk ondersneeuwen. Je wilt bijvoorbeeld die leuke vriendin blijven of de perfecte relaxte ouder of partner zijn die altijd beschikbaar is of je hebt je collega belooft dat dit af zou zijn vandaag. Maar juist de ander teleurstellen hoort bij het “volwassen worden”. Het kind wil altijd de goedkeuring van anderen maar als volwassene heb je de mogelijkheid om voor je eigen ruimte te zorgen daar hoort een teleurstelling van anderen soms bij.

Lichaamsgerichte therapie coaching en therapie
In sessies kom je bij hetgeen wat je echt nodig hebt. Je voelt dan vaak heel duidelijk het verschil tussen wat je in je dagelijkse leven doet, wat dat met jou doet en wat je eigenlijk nodig hebt. Je voelt dan vaak ook de behoefte en urgentie om voor jezelf te gaan zorgen en dan gaat grenzen aangeven een stuk natuurlijker.